Voor het sportvliegen bestaan er in Europa twee brevetten, het Private Pilot License en het Light Aircraft Pilot License. Het LAPL brevet is op een aantal punten anders tegenover het PPL brevet. Als je direct op deze pagina terecht bent gekomen, kijk dan eerst even bij de uitgebreide informatie over het PPL, het meest gangbare brevet voor de sportvlieger. Alles wat je leest over het PPL is ook van toepassing op het LAPL. Behalve de verschillen die je hieronder kunt lezen.

Het LAPL is een Europees brevet, dat je het recht geeft om in het Europese luchtruim te mogen vliegen met een eenmotorig vliegtuig, dat niet zwaarder mag zijn dan 2000 kg. Voordat je passagiers mag meenemen, moet je zelfstandig wat ervaring hebben opgedaan als Pilot in Command. Je mag daarna maximaal 3 passagiers meenemen. De opleiding voor het LAPL is bijna gelijk aan het PPL. De theorie opleiding en de examens zijn gelijk. De praktijk opleiding is vrijwel identiek, met dien verstande dat het wettelijke minimum aan vlieguren iets minder is, namelijk 30.

Het LAPL brevet heeft weliswaar enkele beperkingen. Zo mag je bijvoorbeeld niet op grotere toestellen vliegen en kun je in het brevet geen verdere aantekeningen krijgen zoals een aantekening nachtvliegen of aerobatics, maar dit brevet kan heel goed dienen als opstapje naar het PPL. Je hoeft niet opnieuw theorie examen te doen, maar kunt door aanvullende praktijk training, redelijk eenvoudig doorstromen naar een PPL en daarna naar alle andere brevetten en bevoegdheden die mogelijk zijn.

De belangrijkste verschillen samengevat: